De verwachting, de hoge lat …. mensen willen helpen en uiteindelijk zelf in de knoop komen. Het blijft een dingetje. Gisteren had ik mijn laatste therapie sessie met de ergotherapeut. Ik zei: “ik kan mijn NAH uitzetten” ik voelde de tranen over mijn wangen lopen. Dit is natuurlijk klinkklare onzin.
Ik kan het wel, maar tegen welke prijs? Keihard op mijn bek gaan? Het lijf wat protesteert? Alles staat strak, de geluiden vanuit de zaal van de fysiotherapie komen dubbel en dwars binnen. Ben duizelig, misselijk … het is teveel, het is teveel geweest.
De afgelopen maanden heb ik weer wat opgepakt, wat sociale dingen, uit eten, een feestje, een verjaardag. Door mijn enthousiasme gedreven, want dat kan toch allemaal wel? De valkuil, de valkuil is het negeren van mijn NAH. Soms is het er gewoon even niet. Niet?? Natuurlijk wel Jeannette! NAH is bij je. Altijd, vanaf 3 augustus 2007. De conclusie is: kak!!!
Ik ben er op tijd bij, pak mijn rust wat meer, ben bewust dat ik niet verder moet gaan. Ho, stop…ik maak het kleiner, ik maak het simpeler voor mezelf. Een bakje thee met een vriendin kan, maar om in een restaurant te gaan zitten vol met kakkelende, lachende mensen kan niet, even niet.
Ik ben toch niet de enige die zo is. Toch? Of ben jij met je hersenletsel er altijd op tijd bij? Of mijdt je de drukke, sociale dingen gewoon? Of kom je er later achter dat je over je grens bent gegaan? Of heb op dat moment “het is niet slim, maar doe het toch” houding?
Er staat wat “spannends” op de planning. Dat horen jullie vast een keer, óók daar gaat mijn energie naar toe. Nu is het de kunst om mijn energie te sparen. Ik ga, net als een mobiele telefoon, op de spaarstand. Even wat minder energie eruit, besparen zodat ik (en mijn telefoon) het weer langer volhoudt. Ik maak een mooie deal, ik … ik en mijn NAH.
